De Make-atons bekeken door de ogen van IenW projectleider Chantal Oudkerk Pool

Over minder dan een maand is het alweer tijd voor de derde en daarmee laatste Make-aton die wij in samenwerking met het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) organiseren voor de Nationale Klimaatadaptiestrategie (NAS). Rond 70 mensen zullen aanwezig zijn om feedback te geven op de adaptiepaden die het kernteam heeft opgesteld. Dit is nog niet het einde; de deadline voor de oplevering van het uiteindelijke Make-aton eindproduct staat voor 31 oktober gepland.

Met die mijlpaal in zicht blikken we terug op de afgelopen Make-atons en de zomer waarin het kernteam heeft gezwoegd om tot deze adaptiepaden te komen. Maar hoe heeft de trekker van de herziening van de NAS het traject tot nu eigenlijk ervaren? Chantal Oudkerk Pool vertelt het ons in deze blog.

Wat zijn Make-atons ook alweer?

De Make-atons zijn unieke evenementen waarin beleidsmakers, wetenschappers en andere experts samenkomen om adaptatiepaden te ontwikkelen voor een klimaatbestendig Nederland. Deze sessies combineren het concept van een hackaton met een “maker” mentaliteit (Make + hackaton), gericht op het gezamenlijk creëren van oplossingen voor complexe vraagstukken binnen de Nationale Klimaatadaptatiestrategie (NAS). Tijdens de Make-atons werken deelnemers in een intense, creatieve setting om methoden en strategieën te ontwikkelen die bijdragen aan een veerkrachtige toekomst voor Nederland.

Chantal: van Rotterdam naar de nationale klimaatadaptatiestrategie

Chantal Oudkerk Pool is projectleider van de NAS bij het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW). Ze heeft twintig jaar bij de gemeente Rotterdam gewerkt, waarvan het grootste deel aan stedelijke klimaatadaptatie. “Ik heb ook een achtergrond in stedelijke planning,” legt ze uit. In 2022 besloot ze de overstap te maken naar het Rijk: “Toen ik deze mooie baan voorbij zag komen, wist ik dat ik die kans niet kon laten schieten. Het is een geweldige uitdaging om aan een nieuwe NAS te werken.”

Van evaluatie naar vernieuwing

De reden voor deze nieuwe NAS is simpel: de huidige strategie uit 2016 was verouderd en er was behoefte aan een update. “We hebben eerst een goede basis gelegd voor de herziening,” vertelt Chantal. “In 2022 hebben we de NAS geëvalueerd, wat nuttige inzichten opleverde. Vervolgens hebben we in 2023 een Nationaal Uitvoeringsprogramma gemaakt als brug tussen de oude en de nieuwe strategie.” In datzelfde jaar werden de KNMI’23-scenario’s gepubliceerd, die een belangrijke rol spelen bij het vormgeven van de nieuwe aanpak. Met deze documenten als fundament heeft Chantal bij diverse stakeholders geïnventariseerd wat nodig is om adaptatieopgaven beter in kaart te brengen. “Daaruit kwam een sterke behoefte naar voren om duidelijk te maken wat er op de korte, middellange en lange termijn nodig is.”

Een van de meest opvallende ontwikkelingen binnen de nieuwe NAS is het idee om adaptatiepadenkaarten op te nemen voor de vijftien thema’s of ‘opgaven’. Chantal legt uit: “Die padenkaarten sloegen zowel binnen als buiten het Rijk goed aan, maar het maken ervan is nogal complex. De vijftien thema’s lopen als spaghetti door elkaar heen.” Hier kwam KIN in beeld. “Via het Klimaatonderzoek Initiatief Nederland (KIN) hopen we de best beschikbare wetenschappelijke kennis te ontsluiten en de complexiteit via een methodische aanpak behapbaar te maken.”

Het proces: van consultatie tot uitvoering

Chantal deelt dat de tijdlijn voor de nieuwe NAS duidelijk in fases verloopt. “Eind oktober zijn de padenkaarten voor de eerste vijf opgaven beschikbaar voor verdere consultatie en participatie. Daarna gaan we met de andere opgaven aan de slag. Die zijn hopelijk eind maart gereed. Parallel gaan we al aan de nieuwe NAS schrijven, maar gaan we ook vooral uitzoeken hoe de paden zich onderling tot elkaar verhouden. Waar kunnen ze elkaar versterken en waar zijn keuzes nodig? Rond de zomer van 2025 hopen we een goed gevuld raamwerk te hebben. Dat wordt ook op milieueffecten getoetst (PlanMER). Al met al hopen we eind 2025 een ontwerp-NAS’26 ter inzage te kunnen leggen die we -na aanpassingen- voor de zomer van 2026 kunnen voorleggen aan de ministerraad. Dat is ook afgesproken in het Regeerakkoord.”

Het proces is volgens Chantal zowel uitdagend als inspirerend. “Het is een heel breed onderwerp dat veel partijen raakt, dus de afstemming is soms behoorlijk intensief,” geeft ze toe. Toch vindt ze het ook een prachtig proces, mede door de samenwerking met maar liefst tien ministeries die gezamenlijk aan de NAS meeschrijven. “We doen dit echt samen,” benadrukt ze. Wat haar vooral energie geeft, is de positieve houding die ze overal tegenkomt. “Zóveel mensen willen meedenken en meehelpen aan de NAS, dat is echt bemoedigend. Dat enthousiasme is fantastisch om te zien.”

Waar Chantal en haar team naar uitkijken? “Dat het allemaal wat tastbaarder wordt,” zegt ze met een glimlach. De huidige aanpak is abstract en conceptueel, maar Chantal hoopt dat de eerste batch adaptatiepadenkaarten nuttige inzichten en levendige gesprekken oplevert. “We willen die discussies niet alleen binnen het Rijk voeren, maar vooral ook met de vele partijen die direct door klimaatverandering worden geraakt.” Dat vooruitzicht maakt het werk niet alleen urgent, maar ook tastbaar en praktisch inzetbaar voor de toekomst.