Jan de Boer is vanaf het prille begin betrokken bij het KIN en heeft met zijn visie en inzet een belangrijke rol gespeeld in de oprichting van het initiatief. Als hoogleraar theoretische natuurkunde en voorzitter van het Exacte en Natuurwetenschappen (ENW)-domein binnen NWO, heeft Jan het klimaatonderzoek altijd als een integraal onderdeel van de wetenschappelijke en maatschappelijke agenda gezien. Een interessant persoon om te vragen naar zijn reflecties op het ontstaan van KIN, de groei die het initiatief heeft doorgemaakt en zijn verwachtingen voor de toekomst.
De vroege stappen: Een visie en een ambitie
Jan was al in het najaar van 2021 bezig met het nadenken over hoe klimaatonderzoek in Nederland
beter georganiseerd kon worden. “Het begon allemaal met een discussie binnen het ENW-domein. De vraag die ik toen stelde was simpel: ‘Als we klimaatonderzoek zo belangrijk vinden, waarom beginnen we er dan niet gewoon mee?’ Dat leidde tot een visiestuk waarin we voorstelden om nationaal integraal klimaatonderzoek te gaan organiseren,” vertelt hij. Dit visiestuk, geschreven samen met Pieter de Witte en Josef Stuefer, legde de basis voor wat later KIN zou worden.
Niet lang daarna verscheen het adviesrapport van de Permanente Commissie Nationale Instituten (PCNI), waarin werd geadviseerd om op het gebied van klimaatonderzoek nationaal samen te werken in de vorm van een ‘instituut-nieuwe-stijl’. De reden was simpel: er was (en is nog steeds) behoefte aan snelle krachtenbundeling en coördinatie op het gebied van klimaatonderzoek. Het doel van zo’n instituut is om bestaande sterktes in het land verbinden, wetenschappers uit alle disciplines bijeen te brengen en nationale coördinatie aanjagen.
Jan: “We hebben toen een voorstel gemaakt om langs drie sporen te werken: het Pact, het programma en het centrum. We stelden voor om een Taskforce in te stellen en dit alles bij de Raad van Bestuur (RvB) gepitcht. De RvB was enthousiast en zo begon het avontuur van KIN.”
KIN aan het begin: Grootse ambities
De eerste stappen van KIN werden gezet met een Taskforce, een globaal plan op de hoofdlijnen en grote ambities. Jan herinnert zich die tijd als een periode van enthousiasme en samenwerking. “Het was een periode waarin we veel ideeën hadden, maar nog weinig concreet was. We wilden met KIN niet alleen de wetenschap verbinden, maar ook maatschappelijke impact maken. Dat was een ambitieus doel, en de weg naar dat doel was nog niet volledig uitgestippeld,” legt hij uit.
Desondanks was er een sterke wil om KIN te laten slagen. Jan benadrukt dat het idee van KIN vanaf het begin gedragen werd door een brede groep wetenschappers en stakeholders. “Het was geweldig om te zien hoeveel mensen bereid waren om bij te dragen aan dit initiatief, en dat gaf ons de energie om door te gaan, zelfs toen we nog zoekende waren naar de juiste structuur.”
De groei van KIN: Ambitie, noodzaak en urgentie
Als Jan de groei van KIN in drie woorden zou moeten omschrijven, kiest hij voor “ambitie, noodzaak en urgentie.” Deze woorden spreken volgens hem voor zich: “De ambitie om met wetenschap echte impact te maken op het klimaat, de noodzaak om dit snel en goed te doen, en de urgentie die klimaatverandering met zich meebrengt.”
KIN heeft in korte tijd een sterke positie verworven in het Nederlandse klimaatonderzoek. “We hebben in een relatief korte periode grote naamsbekendheid gekregen en zitten nu in een unieke positie om echt impact te genereren,” vertelt Jan trots. Toch ziet hij ook uitdagingen. “Het is een succes dat we zoveel betrokkenheid hebben kunnen genereren, maar er is nog veel werk te doen om concrete resultaten te boeken.”
Hoogtepunten en uitdagingen
Op de vraag naar hoogtepunten van het afgelopen jaar, noemt Jan verschillende belangrijke mijlpalen. “Er zijn voortdurend nieuwe mijlpalen, zoals de benoeming van ons wetenschappelijk boegbeeld, de lancering van nieuwe instrumenten en de ontwikkeling van de Theory of Change en meerjarenstrategie.
Maar een hoogtepunt was zeker de eerste Crutzenworkshops. Er gebeurt zoveel dat het soms moeilijk is om alles bij te houden,” geeft hij lachend toe.
Jan prijst ook de inzet van Michiel van den Hout, de algemeen directeur van KIN, voormalig kwartiermaker. “Michiel is instrumenteel geweest in het opbouwen van KIN. Hij heeft een enorme bijdrage geleverd om te komen waar we nu zijn.”
De toekomst van KIN: Concreet worden
Hoewel Jan tevreden is met de vooruitgang die KIN heeft geboekt, erkent hij dat er nog ruimte is voor verbetering. “Ja en nee,” antwoordt hij op de vraag of KIN is geworden wat hij in gedachten had.
“We hebben enorm veel bereikt qua naamsbekendheid en betrokkenheid maar ik had misschien gehoopt dat we al wat verder zouden zijn met concrete resultaten. Misschien was dat achteraf gezien niet realistisch, gezien de schaal van de uitdaging.” Voor het komende jaar hoopt Jan dat KIN verder door zal ontwikkelen en nog meer impact zal creëren. “We moeten blijven werken aan een portefeuille van kortlopende en impactvolle projecten, waarvan je zou kunnen zeggen dat die zonder KIN nooit zouden zijn ontstaan.”
Een boodschap voor KIN: Blijf ambitieus
Tot slot heeft Jan een duidelijke boodschap voor de mensen binnen KIN: “Blijf ambitieus en blijf werken aan projecten die echt impact maken. We hebben al veel bereikt, maar de uitdaging is groot en er is nog veel te doen. Laat bijvoorbeeld ook zien dat de pledges van de Pact partners echt iets betekenen in de praktijk. Maar vooral: keep up the good work!”
Met die woorden kijkt Jan met vertrouwen en optimisme naar de toekomst van KIN. De ambitie, noodzaak en urgentie die KIN kenmerken, zullen volgens hem ook in de komende jaren de drijvende krachten zijn achter het succes van het initiatief.
Naast deze evaluatie van Jan, zijn er nog zes andere sleutelfiguren die vanaf het begin bij het KIN betrokken waren. Benieuwd hoe zij terugblikken op het afgelopen jaar? Lees de interviews in het interview magazine.